In het bericht van gisteren over het op je desktop installeren van de edX omgeving, verwees ik naar de import/export-optie van de omgeving. Daarbij gaf ik aan dat ik het gisteren voornamelijk over de technische kant zou hebben (hoe doe je het?). Vandaag wil ik nog even een stapje verder praten over het meer fundamentele aspect van die import/export voorziening.
En dan ook in relatie tot het bericht over wat er op Open Onderwijs gebied in 2014 allemaal te gebeuren staat.
Er zijn namelijk twee dingen die me daarbij opvielen:
- Het experiment van MIT om Open Courseware content beschikbaar te stellen als EdX courses
- Het gegeven dat het bestandsformaat voor de edX courses zeer uitvoerig gedocumenteerd is.
Om met dat eerste te beginnen: MIT heeft (zover ik kan zien tot nu toe) één Open Courseware bundel geconverteerd naar een edX course. Het is (nog) een tamelijk basale conversie. De structuur van de oorspronkelijke cursus is herkenbaar in de edX course, maar met name de opdrachten/opgaven zijn (nog) niet geconverteerd naar daadwerkelijk “werkende” onderdelen binnen de edX omgeving.
Niet zo heel vreemd, want als je naar die PDF’s kijkt, dan zijn het niet de meest eenvoudig om te zetten vragen en opdrachten. Het zou pas logisch zijn om die te converteren als de professor/docent zelf ook de edX omgeving inzet bij zijn/haar eigen onderwijs aan MIT. Dus wellicht niet eens als MOOC voor heel veel studenten, maar gewoon als online component bij het interne onderwijs.
Maar, en dan kom ik bij het tweede punt uit mijn lijstje hierboven, dat uitwisselen in het kader van het Open Coursware (OCW) initiatief, heeft slechts nut als anderen daar ook iets mee kunnen. PDF’s en video’s in een ZIP-bestand waren redelijk universeel bruikbaar. En bij een export uit een leeromgeving is dat lang niet altijd het geval. Documentatie over de manier waarop zo’n export opgebouwd is, is vaak schaars/onvolledig. En als er leveranciers van leeromgevingen meelezen zich zichzelf tekort gedaan voelen, dan hou ik me aanbevolen voor links (kan in de commentaren hieronder) naar de online vrij beschikbare en complete documentatie voor hun omgeving.
Natuurlijk hebben we daar een oplossing voor: samenwerken op het gebied van leertechnologiestandaarden/ specificaties. Dat gebeurt internationaal (bijvoorbeeld via IMS) en nationaal (bijvoorbeeld via SURF / Kennisnet / Edustandaard). Zulke samenwerking voorkomt dat één leverancier een export/import formaat verzint terwijl de andere leverancier weer een ander formaat verzint. Dat betekent eindeloos converteren, verlies van functionaliteit onderweg, overbodig werk etc.
Maar standaarden ontwikkelen kost tijd, veel tijd. En in de tussentijd ziet de eindgebruiker vaak niet zo heel veel van het werk dat gebeurt.
Wat heeft het EdX consortium gedaan? Ze hebben hun eigen formaat verzonnen voor het beschrijven van de opbouw en de inhoud van de courses. Dat betekent dus dat ze geen gebruik gemaakt hebben van bijvoorbeeld IMS Content Packaging, IMS Learning Design of de IMS Question and Test Interoperability (QTI) specificaties. De vraag nu is of dat dat slecht is of niet. Belangrijk bezwaar is uiteraard dat, als ik even vanuit mijn werkgever kijk, wij op geen enkele manier vertegenwoordigd zijn in het edX consortium. Ik kan dus niet direct en niet indirect invloed uitoefenen op de structuur van de import/export formaten. Ik heb daarom ook geen zicht om de ontwikkelingen (wat gaat wijzigen en wanneer) en het onderhoud (hoe lang blijven ze onderhouden) van de afspraken. Dus om nou op basis daarvan bij bijvoorbeeld Threeships (de leverancier van Natschool, een van de ELO’s die we bij mijn werkgever gebruiken) aan te kloppen met de vraag of ze het formaat kunnen ondersteunen of om op basis daarvan te kijken of ook een import van courses in het edX formaat in Moodle (voor een Moodle -> edX conversie is er al een script) zinvol/haalbaar is, wordt een beetje moeilijker. Je weet immers niet hoe lang je wat aan die investering/inspanning hebt.
Van de andere kant, de documentatie van het edX formaat is heel compleet. En niet alleen geschreven vanuit een “technische documentatie” gezichtspunt. Kijk maar eens naar de beschrijving van de interne opslag van studentdata. Natuurlijk, je ziet hier de resten van oude versies van de omgeving terug, maar die zijn wel heel duidelijk gedocumenteerd. Dit is de soort documentatie die je wilt lezen als je een systeem probeert te doorgronden.
Daar staat dan weer tegenover dat het wel echt functionaliteiten zijn die beperkt blijven tot wat de edX omgeving op dit moment kan en waarbij beschrijving van de content en technische implementatie ervan met elkaar verweven worden. Neem bijvoorbeeld de beschrijving van de slider tool waarbij HTML, JSON, TeX en Javascript, nogal ´lelijk´ via de CDATA constructie in elkaar gevlochten worden, elementen voorzien worden van hun eigen ´style´ attribuut (in plaats van het afdwingen van het gebruik van classes en externe stylesheets) of de custom responses die weliswaar custom zijn, maar beperkt blijven tot inline Python code.
Conclusie
Ik vind het te vroeg voor een definitief oordeel. edX als consortium zou het nodige draagvlak moeten kunnen creëren voor het gebruik van hun omgeving. Als partners zoals MIT delen van hun Open Courseware aanbod in de vorm van edX courses zouden gaan aanbieden, dan kan dat het edX formaat tot een soort defacto standaard voor Reusable Online Educational Modules (ROEM) maken. Dat is niet per definitie slecht, soms is een defacto standaard die ook daadwerkelijk gebruikt wordt te verkiezen boven een ‘echte’ standaard die alleen op papier bestaat. Maar het betekent wel dat “wij” de ontwikkelingen rond edX in de gaten zullen moeten houden en ook dat het consortium er goed aan zou doen om de contacten met anderen op dit gebied ook warm te houden. Hoe breder gedragen de formaten, hoe beter voor iedereen.
Open CourseWare + edX = Reusable Online Educational Modules? http://t.co/Q6IdH3JC2L