Als iemand schrijft “If there’s one thing we learned from our extensive work in formulating this curriculum, it’s that no two educators or experts can agree on the best approach to progression and learning in the field of digital making” dan weet je dat ze heel wat gesprekken gevoerd hebben met mensen uit “het veld”. En zelfs nu zie je dat er in de reacties onder de blogpost over het “digital making curriculum” eentje staat met “goed gedaan maar ik zie wel een paar belangrijke fouten”.
Eerst dan even wat het is, daarna die opmerking over die fouten. Het digital making curriculum beschrijft vijf thema’s (“design”, “programming”, “physical computing”, “manufacture”, “community and sharing”) binnen (digitaal) maakonderwijs. Ik heb digitaal tussen haakjes gezet, maar eigenlijk is het wel een belangrijke om wél te laten staan omdat “maken” en “maakonderwijs” eigenlijk zeker niet altijd digitaal hoeft te zijn. Kijk maar eens naar de producten die ze bij Walhallab maken of het klooicanon. Dus dit is wat dat betreft al een subset van maakonderwijs. En ook anderzijds, als het gaat om het stukje “digitaal” dan is het curriculum als het goed is ook breder dan alleen digitaal maakonderwijs. Je ziet het al, alleen het toelichten van het curriculum kost veel regels.
Naast de thema’s zijn er vier niveaus uitwerkt (“creator”, “builder”, “developer”, “maker”). Dit zijn oplopende niveaus van vaardig zijn met “maker” als hoogste niveau.
Per cel van het curriculum is er steeds een korte uitspraak over wat de cel inhoudt, een uitspraak over het leerdoel, voorbeelden van resultaten en voorbeelden van projecten/leeractiviteiten. Dit is een voorbeeld van creator + design.
De opmerking in de reacties had bezwaar tegen het niveau “maker” en vond dat dat “expert” moest zijn. Ben ik wel een beetje mee eens. Daarnaast zou “builder” een niveau onder “creator” moeten zijn en zou er een niveau “amateur” moeten worden toegevoegd. Wat dat laatste betreft vraag ik me af wat daar dan aan leerdoel in zou moeten komen, ook denk ik niet dat het persé een 4×4 of 5×5 matrix moet zijn. De reactie onderstreept wel een beetje het eerste punt uit dit bericht: iedereen heeft er een mening over.
Blijft wat mij betreft gewoon overeind dat het een mooie startpunt / voorbeeld is voor als je als school met (digitaal) maakonderwijs aan de slag wilt en wilt beschrijven wat leerlingen zouden moeten kunnen. Je kunt het dan aanpassen en uitbreiden naar je eigen situatie.