Ik weet niet exact waar Learning Analytics zich inmiddels bevind op de meest recente hype cycle grafieken van Gartner (en ik heb het voor deze blogpost niet nagezocht omdat het me niet écht uitmaakte), maar afgaande op wat ik zo om me heen hoor is de eerste “hype” er wel een beetje vanaf. Geluiden als “we moeten studenten niet tot getallen reduceren” of “de docent weet het veel beter dan een computer” doen vermoeden dat we wat dat betreft de “peak of inflated expectations” inmiddels ruimschoots voorbij zijn.
Zoals in zo’n geval nodig is om ooit bij een productieve toepassing uit te komen, wordt er intussen wel gewoon doorgewerkt aan het helder krijgen van vragen als “wat moeten we er nu eigenlijk mee? en hoe?” en de bijbehorende onderliggende systemen, infrastructuren en afspraken. Om het overzicht daarop een beetje te houden, in deze blogpost een aantal verwijzingen naar werk waar (o.a.) SURF / SURFnet bij betrokken is.
Directe aanleiding voor de blogpost was de post van Jocelyn Manderveld getiteld “Experiment voor hands-on ervaring met learning analytics” op SurfSpace. Wat me daarin aansprak was het simpele lijstje van vragen die je je als docent/leraar/ondersteuner nu waarschijnlijk ook wel stelt als je je afvraagt hoe je studenten het doen of hoe er gebruik gemaakt wordt van het onderwijsmateriaal dat je beschikbaar stelt:
- Heeft de student de opdracht(en) ingeleverd en wanneer?
- Op welk moment voert de student de leeractiviteiten uit?
- Volgt de student de eigen voortgang?
- Hoe vaak doet de student een tussentijdse toets binnen een vak?
- Welk materiaal wordt vaak gebruikt?
En juist dat gegeven, dus dat het geen vragen zijn die je alleen hebt als je met learning analytics aan de slag gaat, maken ze wat mij betreft krachtig. Want dan zou je kunnen (moeten!) gaan nadenken over vragen als: hoe geef ik antwoord op die vragen?
In het rapport waar Jocelyn naar link (PDF) getiteld “Learning analytics in het onderwijs: een onderwijskundig perspectief” staan nog meer van zulke vragen, zoals “Als studenten samen aan een groepsopdracht werken: Wie heeft welk aandeel gehad in de opdracht?” of “Wat zijn de belangrijkste onderwerpen waarover studenten discussiëren?” of “Heeft de student de instructie voor de leeractiviteit gelezen?”. Natuurlijk ben je er dan nog niet, want aansluitend moet je nadenken over welke interventie je op welk moment als docent dan wilt plegen.
Het rapport geeft overigens voornamelijk vragen, nog geen antwoorden. Zover is ook SURF net niet. Wel willen ze via een experiment laten zien wat mogelijk is. Een experiment dat ongetwijfeld nog de nodige uitdagingen met zich mee zal gaan brengen. En dan heb ik het niet eens over de in dit rapport (PDF) genoemde uitdagingen op ethisch vlak.
Kortom, nog steeds heel wat te doen. Maar omdat wij, als alles een beetje meezit, over niet al te lange tijd ook aan de slag gaan met dit soort vragen, en dan in de context van het mbo, blijf ik het werk dat op dit gebied gedaan wordt in ieder geval volgen. Het heeft immers geen nut hetzelfde wiel nog een keer uit te vinden.