SURFnet heeft een wedstrijd uitgeschreven waarbij studenten en docenten een innovatief idee om met ICT het onderwijs te verbeteren konden indienen. Daar zijn 38 inzendingen voor binnen gekomen. De inzenders hebben allemaal een video gemaakt en die staan hier nu online voor ons om te beoordelen. Dat kan tot en met 3 november 2015.
Het idee is om een oordeel van 1 tot 5 sterren te geven op de volgende gebieden (5 sterren = super goed, 1 ster = slecht):
- Creatief & innovatief: Is het idee origineel en vernieuwend? Wordt ICT op een innovatieve manier ingezet
- Verbetering onderwijs: Heeft het idee de potentie het onderwijs te verbeteren en onderwijs op maat mogelijk te maken?
- Uitvoerbaarheid: Is het idee praktisch uitvoerbaar?
Daarnaast kun je in 1 zin (die zo te zien best lang kan zijn) beschrijven waarom de betreffende inzending volgens jou moet winnen.
Op 10 november tijdens Dé Onderwijsdagen krijgen de 20 beste en meest gereviewde filmpjes de kans hun idee te verdedigen voor de jury. Daar worden de 10 winnaars van de Innovation Challenge 2015 gekozen die een geldprijs ontvangen van 10.000 euro zodat ze het idee kunnen uitvoeren.
Allereerst natuurlijk: sympathiek idee, en met 38 inzendingen meer dan genoeg voorstellen om te bekijken. Natuurlijk heb ik ook even op meta-niveau naar de wedstrijd gekeken. Wat me opviel was dat er een groot verschil zit tussen het voorstel met de meeste stemmen (nu 209) en de minste stemmen (géén). De sortering van de voorstellen op de pagina lijkt random, d.w.z. hij is niet altijd gelijk, maar die met de meeste stemmen lijkt altijd als eerste getoond te worden. Maar het is niet helemaal een “van hoog naar laag” ranking. Dat is op zich natuurlijk ook wel zo eerlijk, want een neutrale kijker gaat ze nooit alle 38 bekijken en de kans dat de eerste paar voorstellen bekeken worden is nu eenmaal groter dan van de nummers 30 t/m 38 op de pagina.
De vragen lijken niet heel erg onderscheidend. Er zijn zo te zien deelscores waarbij een score van minder dan 5 sterren gegeven wordt, maar op 1 voorstel na staan ze allemaal gemiddeld op 5 sterren. Dat ene voorstel is dan ook meteen een voorbeeld van de minder leuke kant van zulke peer scoringssystemen. Het voorstel krijgt een aantal keer 1 ster omdat de indiener ervan zelf negatief zou reageren bij andere voorstellen. Anderen geven juist weer aan dat de persoon die onder dezelfde naam als de indiener die reacties toevoegt níet de indiener is. Kortom, de negatieve scores daar zijn dus geen echte weerspiegeling van de kwaliteit van het voorstel.
En dat roept dan toch een beetje de vraag op of het niet meer een populariteitswedstrijd is, of een wedstrijd in “wie weet de meeste vriendjes online te mobiliseren?”. Je kunt je ook nu afvragen of dat hét criterium is dat het meeste recht doet aan de voorstellen. Daar staat dan weer tegenover dat de scores op de site niet meer zijn dan een eerste voorselectie. Aan de hand ervan worden de 20 populairste voorstellen geselecteerd die dan weer hun voorstel mogen pitchen voor een jury die uiteindelijk de 10 x € 10.000,- zullen toewijzen.
Al met al maakt het het geheel wel een stuk levender dan een verzameling Word-documenten met rubrieken over doelstellingen, inbedding in instellingsplan en tijdsplanning! 😉