Afgelopen week had ik via Skype een gesprek met Wytze Koopal van de Universiteit Twente. We spraken met elkaar over mijn onderzoek naar het gebruik van recorded lectures door studenten en meer in het algemeen het gebruik van weblectures/opnames van lessen. Wytze heeft naar aanleiding van het gesprek een uitgebreide blogpost gemaakt op hun (interne) weblog voor kennisdeling door en voor medewerkers van de Onderwijskundige Dienst en het Programmabureau Onderwijsvernieuwing van de UT. Maar ondanks dat het intern is zijn veel berichten ook gewoon extern toegankelijk. Zo ook het bericht dat hij maakte naar aanleiding van ons gesprek. Voor de volledige tekst verwijs ik je (zoals gebruikelijk) graag naar de blogpost, ik wil wel even het lijstje met belangrijkste punten die Wytze opnoemt aanhalen:
- Een opname van een hoorcollege gaat het gedrag van een docent niet automatisch veranderen of verbeteren. Echter voor een student is de opname ook dan zeker wel nuttig.
- De technische kwaliteit van een opname is niet per se van doorslaggevend belang voor het al of niet bekijken van de opname.
- Je moet de opname van hoorcolleges dus wel blijven doen. Maar parallel is het slim om met andere typen opnames, zoals kennisclips, te gaan werken om zo ook verandering van gedrag bij de docenten te bereiken. Ook bij Fontys worden hiermee, net als bij ons, enkele pilots uitgevoerd.
- Uit het onderzoek van Pierre bij Fontys en bij de TU/e komen piekmomenten in het bekijken van de Enhanced videolectures naar voren, namelijk vlak voor de tentamenperiode.
- Fontys gebruikt primair het Mediasite platform voor de uitlevering van alle soorten opnames. Deze omgeving biedt belangrijke voordelen aan de “achterkant”. Het biedt namelijk mogelijkheden om, op basis van loggegevens, het kijkgedrag van studenten te analyseren. Bij het product Mediasite is hierbij nu al behoorlijk wat mogelijk. Zowel Gorissen als de Boer hebben veelvuldig gebruik gemaakt van de loggegevens van de videoservers.
- Op basis van het kijkgedrag binnen een video van die studenten kun je docenten van gerichte en waardevolle informatie voorzien. Namelijk waar de studenten afhaken, of waar de studenten heel vaak en veel naar kijken. Een docent kan hier rekening mee houden bij een volgend college en/of bij een volgende opname hiervan. En je zou het ook kunnen gebruiken bij een besluit voor wellicht een andere soort opname.
Het onderzoek van de Boer waar Wytze naar verwijst, is hier te vinden.
En ongevraagd ook nog maar even een verwijzing naar de vacature die ze bij de UT hebben: Medewerker Onderwijsontwikkeling (sluitingsdatum: 31 januari 2014)
[…] Afgelopen week had ik via Skype een gesprek met Wytze Koopal van de Universiteit Twente. […]