Het artikel in The New York Times getiteld “Teacher Knows if You’ve Done the E-Reading” is ongetwijfeld geschreven met als doel om in ieder geval een beetje een ongemakkelijk gevoel bij de lezer achter te laten. Maar het is dan ook een heel gevoelig punt. Bij de Texas A&M universiteit voeren ze namelijk een test uit waarbij het leesgedrag van studenten in elektronische boeken door de docenten gemonitord kan worden. Er wordt bijgehouden wanneer en hoe vaak een student het boek opent, welke pagina’s bekeken worden en of en hoeveel aantekeningen de student in het boek maakt. Die data wordt dan terug gekoppeld naar de docent en komt ook ter beschikking van de uitgever.
Achterliggend idee is dat de docent student op hun studiegedrag kan aanspreken.
Interessant onderwerp omdat het namelijk heel erg overeen komt met de discussie die je op dit gebied ook hebt rond opnames van colleges. En met dezelfde problemen. Ook hier wordt zondermeer uitgegaan van de veronderstelling dat meer lezen, eerder lezen, vaker lezen, meer aantekeningen maken, tekenen zijn van actiever, zo je wilt, dieper leren. Terwijl ik dan toch iets meer geïnteresseerd zou zijn in de vervolgactiviteiten op dat lezen. Dus als de studenten daadwerkelijk actief met de kennis/informatie in dat boek aan de slag gaan.
Vreemd vind ik ook uitspraken als:
After two months of using the system, Mr. Guardia is coming to some conclusions of his own. His students generally are scoring well on quizzes and assignments. In the old days, that might have reassured him. But their engagement indexes are low.
De studenten doen het goed bij de opdrachten en de toetsen, maar hun engagement index is laag. Ze lezen de boeken dus te weinig. De conclusie:
“Maybe the course is too easy and I need to challenge them a bit more,” Mr. Guardia said. “Or maybe the textbooks are not as good as I thought.”
Met andere woorden: het zou kunnen dat het vak te gemakkelijk is omdat de studenten het boek niet veel hoeven te gebruiken om toch goed te scoren, of het boek is toch niet zo goed als ik dacht?
Een derde optie is dat de “engagement index” wellicht toch niet zo’n goede meeteenheid is voor studiesucces als de uitgevers hopen.
En een voor de hand liggende vraag is uiteraard waarom de studenten geen toegang krijgen tot de data? Laat hen zien hoe anderen studeren en hoe zij het zelf doen ten opzichte van die anderen. Niet als middel om ze te beoordelen maar om ze te helpen hun leerproces in te richten. Dat is dus even los van de vraag of de betreffende data daar wel bruikbaar voor is. Maar zoiets als “aantekeningen die andere studenten hier maakten” (zoiets biedt Amazon voor hun boeken al) of “passages van het boek die het vaakst gelezen zijn” zou mogelijk toch behulpzaam kunnen zijn en veel minder eng dan een “engagement index”.
Leeslijst VO echt lezen: “@Pierre Gorissen: De docent ziet wat je gelezen hebt en wanneer. http://t.co/fBJ5U9M6pS #learninganalytics #ebook”
Wat is jouw engagement index voor dit boek? http://t.co/pF1XRiQwc9
Wat is jouw engagement index voor dit boek? http://t.co/B6QtSJZlWs #learninganaletics ?
[…] Natuurlijk wordt Big Brother genoemd bij dit artikel over het tracken van het leesgedrag van studenten […]