Het was een van de keerzijdes van “uniform apps” én de toename van variatie in aantal iOS apparaten: apps voor iOS werden langzaam maar zeker belachelijk groot.
En dat merkte je vooral als je baas je zo’n 8GB iPhone gaf maar ook op een 16GB iPhone of iPad, zeker als je niet afhankelijk wilde zijn van een internetverbinding voor het bekijken van je foto’s, vaak problemen.
Hiernaast zie je de top-verbruikers van ruimte op een nog “lege” iPad Mini. D.w.z. dat er nog geen lokale bestanden op staan, dit zijn alleen de applicaties. Daarom ook nog geen vermelding van de foto’s, die op mijn vorige iPad Mini ook zo’n 600MB aan opslagruimte claimden. Garageband is de eerste app die nu (weer) op het lijstje staat om er vanaf te verdwijnen, niet alleen is hij enorm groot (727MB) maar het is ook een app die voor mij alleen “leuk” is. Op plek 2 staat iMovie met 705MB voor alleen de applicatie en dat is er eentje die je als iPhone gebruiker toch zeker ook beschikbaar wilt hebben. Zeker als je van die 4K video’s maakt op een iPhone 6s of zo. De Microsoft Office apps, de Apple en Google equivalenten vormen zo ongeveer de rest van de topverbruikers van ruimte.
Hoe komt dit en waarom waren ze eerst kleiner?
De reden hiervoor is simpel. Er was een tijd dat er alleen apps voor de iPhone waren. Daar kwam de iPad later bij. In eerste instantie maakten ontwikkelaars apps voor ofwel de iPhone ofwel de iPad. Later konden die gecombineerd worden in “Universal Apps”. Dat was fijn voor de gebruiker, want het betekende ook dat je bij betaalde applicaties er maar één hoefde aan te schaffen, ook als je een iPhone én iPad had en de app op beide plekken wilde gebruiken.
Maar, hoewel het aantal verschillende iOS apparaten nog steeds een stuk kleiner is dan bij Android, is de “versnippering” ook bij Apple groter geworden: er kwamen apparaten met 64 bits processoren, naast de apparaten met 32 bits processoren. Apparaten met een retina-scherm naast de apparaten zonder. Apparaten in verschillende afmetingen (iPhones in verschillende maten, de iPad, iPad Mini en nu de iPad pro) en tot nu toe krijg je voor al die apparaten alle benodigde code aangeboden als je een app downloadt.
Het idee van “asset slicing” is dat je alleen die delen van de code krijgt die voor jou noodzakelijk en relevant zijn. Dus als je een 64 bits processor hebt, dan krijg je niet langer de specifieke 32 bits code. Heb jij geen retina-scherm, dan krijg je ook die graphics niet.
De winst in afmetingen van de applicaties zal moeten blijken. De snelheid van invoeren zal ook een beetje afhangen van de hoeveelheid werk die een app-ontwikkelaar moet doen. En zelfs een 50% reductie neemt niet weg dat apps die van een paar honderd MB wel erg groot zijn.
In de Google Play store zul je die niet tegen komen. Google heeft pas onlangs de maximale omvang van apps die via die weg aangeboden worden verhoogd van 50MB naar 100MB. Google gaat er vanuit dat als het écht nodig is meer code te gebruiken voor apps, bijvoorbeeld vanwege het ondersteunen van veel verschillende apparaten, het dan beter is om meerdere app-versies te maken.
Hoe dan ook, er zijn gelukkig ook nog iOS apps die laten zien dat het compact kan. Daarom, als compliment aan die apps, ook even het lijstje van de apps met de kleinste omvang op mijn iPad. Daarbij dan wel de aantekening dat iBooks snel in omvang zal stijgen als ik de boeken die ik er normaal op heb staan weer opnieuw download en ook HERE Maps zal snel in omvang stijgen als ik een offline kaart toevoeg.
Maar toch, ook op iOS kun je dus compacte programma’s maken, zelfs zonder slicing.
(getipt via iMore)