Deze blogpost plaatste ik gisteren op het weblog van Dé Onderwijsdagen:
Ik weet het, het is goedkoop om MOOC als linkbait te gebruiken bij de titel van een blogpost. Maar ik hoop voldoende aan te tonen dat het meer is geweest dan een lokkertje.
Volgende week zijn Dé Onderwijsdagen 2014. Als lid van de programmacommissie heb ik het programma al heel wat keren voorbij zien komen, maar als deelnemer overvalt me voor zo’n conferentie altijd een beetje een gevoel van keuzestress: zó veel keuzes, en zo weinig tijd.
Er is simpelweg veel te veel dat interessant is. En zonder de pre-conferentie op maandag en de po, vo en mbo dag op woensdag te kort te willen doen, wil ik me (ook om de lengte van het bericht nog enigszins overzichtelijk te houden) nu even beperken tot de dinsdag, de hoger onderwijs dag.
We starten eenvoudig (qua keuzes dan) met een plenaire opening en een plenaire keynote. De eerste ronde is voor mij ook eenvoudig, dan sta ik zelf mee op het programma (samen met Robert Schuwer en Bert Frissen), dus die keuze ligt vast. Betekent wel dat ik niet kan gaan luisteren naar Jacco Jasperse die altijd boeiend kan vertellen over hoe de ICT bij de Hogeschool Zeeland vorm krijgt. Ook niet naar Zac Woolfitt die iets gaat vertellen over een ontwikkelde video teaching training course bij Inholland en waar ik al over heb mogen lezen. Natuurlijk zou ik ook (kort) willen horen over de ervaringen van de TU Delft bij hun MOOC’s, zeker daar waar het bv gaat over de toepassing van sociale netwerk-analyse. Het globale overzicht van hun activiteiten ken ik immers. Gaat niet.
Ook kan ik niet gaan luisteren naar de ervaringen van de hogeschool Windesheim op het gebied van blended learning, de ervaringen van de Universiteit Maastricht met Blackboard, het geven van feedback met rubrics bij de TU/e of wat het bedrijf Finalist te vertellen heeft over het vertalen van een visie op een DLWO naar een werkende online omgeving. Een vraag waar ik graag het eenduidig antwoord op zou weten (als dat bestaat).
Zie je, keuzestress al voordat ik een keuze heb moeten maken.
Sessieronde 2 wordt dat niet minder. Ook nu een sessie van de TU Delft, nu door hun E-dean Rob Fastenau, zou ik graag de hoofdpunten uit willen meepikken. Maar dan kan ik niet gaan luisteren naar de SURF-sessie over leerplatforms voor online onderwijs, die haast naadloos zou moeten aansluiten bij de sessie over de persoonlijke studieomgeving van de toekomst (sessie van de Universiteit Utrecht) die ongetwijfeld in de cloud (nóg een SURF sessie op hetzelfde moment) met behulp van e-modules (komt de UMC Utrecht iets over vertellen) en video (sessie van de VU Amsterdam) wordt aangeboden en waarbij dan gebruik gemaakt wordt van learning analytics (komt de UvA op hetzelfde moment voor langs).
En zo kan ik door gaan voor sessieronde 3. Als je open en online onderwijs relevant vindt, dan wil je gaan luisteren naar Peter Sloep over didactiek voor open en online onderwijs., maar natuurlijk ook naar Martijn Ouwehand en Ria Jacobi als het gaat over de bijdrage van open en online onderwijs voor het campusonderwijs. Of naar Alan Berg en Robert Schuwer over learning analytics in die context. En zo te zien kan ook 2AT daar iets over vertellen. Of toch naar Michael Nieweg over blended learning of Nico Juist over de DLWO.
Met het risico dat ik straks ruzie krijg met sprekers om ik hén niet apart genoemd heb, het beeld zal duidelijk zijn: hier is gewoon bijna niet uit te kiezen. Er zijn teveel sessies waar ik iets van zo willen meepikken. Of dat altijd het hele verhaal of persé 45 minuten zijn, weet ik niet. En begrijp me ook niet verkeerd, dit is ook geen kritiek op het concept conferentie. Want ik wil juist in de meeste gevallen even kunnen gaan zitten en consumeren. Ik wil ook gewoon even komen “halen”.
Maar, dacht ik. Als je zo al die sessies bij elkaar neemt. Heb je dan niet een enorm mooie verzameling van verhalen, uitleg, ervaringen, brokjes, die samen een super interessante cursus / training / bijscholing / bron kunnen vormen over “open online onderwijs in Nederland” in de meest brede zin van het woord? Van het implementeren van een leeromgeving tot didactische werkvormen toe.
En als je dat nou eens in een MOOC zou gieten? Korte stukjes verhalen, gecombineerd met korte toetsen of langere opdrachten, een mogelijkheid voor deelnemers om elkaar online en offline te treffen. Als je even niet denkt “ja, maar dat is dan nog best traditioneel onderwijs” maar het zou vergelijken met wat we volgende week tijdens Dé Onderwijsdagen kunnen bereiken. Zou dat dan geen super MOOC zijn?
Eentje die voor en door het Nederlands onderwijs ontwikkeld is. Een waarbij ik naar keuze alles kan bekijken of slechts een deel. Waarbij ik actief kan participeren of kan lurken. Met de dagen in Rotterdam als een soort gezamenlijk afsluitend moment, het uitreiken van certificaten aan deelnemers die in de weken voorafgaand aan De Onderwijsdagen actief geparticipeerd hebben, wellicht nog een aantal verdiepende sessies of een aantal “meet de teachers”.
En waar betalen we dat dan allemaal van? Mag ik een suggestie doen?
Repost: Dé Onderwijsdagen 2015 als MOOC? http://t.co/nKDNsd5xWG