Ik weet al lang dat als politici iets roepen in Nederland, het nog lang niet zo is dat dat ook gaat gebeuren. En ik weet ook dat je je af en toe af kunt vragen of die politici wat ze roepen ook daadwerkelijk menen of gewoon hoog inzetten om uiteindelijk ergens in het midden uit te komen. Op die manier kijk ik ook naar de wensen van het CDA als het gaat om het toepassen van de kijkwijzer op TV én op internet. Maar toch, is het zo gek wat ze willen?
Er zitten aspecten in de wens (eis?) die heel logisch zijn. Ik vind de kijkwijzer absoluut meerwaarde heeft. Je kunt het oneens zijn met de ranking die gegeven wordt aan sommige series en films, maar het is er eentje en dat is handiger dan geen. Maar we leven inmiddels niet meer in het tijdperk van de analoge TV waarbij je drie zenders had waar je uit kon kiezen en waarbij het dus belangrijk was dat zaken die niet geschikt waren voor jonge kijkers alleen na een bepaald tijdstip worden uitgezonden.
Op mijn UPC mediabox kan ik heel eenvoudig instellen dat voor alle programma’s boven een bepaalde leeftijdscategorie (die van de kijkwijzer dus) alleen met een pincode te bekijken zijn. Dat maakt het eenvoudig om de twee zenders met (soft-)porno die standaard in het pakket zitten net iets minder toegankelijk te maken. Al was het maar zodat je er bij het zappen gemakkelijker langs zapt.
En dat is de manier waarop de kijkwijzer ingezet moet worden. En ja, dan ben ik het met het CDA eens dat ook buitenlandse zenders die informatie mee moeten zenden zodat mijn mediabox daar rekening mee kan houden.
Maar als andere mensen een hele zondag The Walking Dead willen kijken (geen idee waarom je daarvoor persé live TV nodig hebt), dan heb ik daar geen probleem mee. Ik hou zelf wel in de gaten dat mijn kinderen daar niet naar zitten te kijken. Datzelfde geldt voor het internet. Heel concreet gaat het dan bijvoorbeeld om Uitzending Gemist. Daar zit nu al een tijdslot op en dat zou dan ook voor andere media moeten gaan gelden. En dat is natuurlijk onbegonnen werk en onnodig. Een leeftijdsindicatie, ja. Een mechanisme waar de EO-internetfilter (bestaat die eigenlijk nog?) en dergelijke mee overweg kunnen, prima. Maar dan op een manier waarop ouders en opvoeders zelf, in overleg met hun kinderen, de mate van ‘bescherming’ kunnen bepalen.
“Omdat kinderen steeds vaker online zijn, moeten ze volgens hem ook daar worden beschermd.” aldus CDA-Kamerlid Pieter Heerma. Mee eens. Maar beschermen is niet hetzelfde als afschermen. Beschermen is ook hen leren om te gaan met de verschillende soorten informatie en content die online te vinden is. Zodat ze gaandeweg zelf leren bepalen wat ze wel (al) en (nog) niet willen zien.