Afgelopen dinsdag was ik op de basisschool van mijn kinderen voor een voorlichtingsavond over cyberpesten en andere uitwassen op internet waar kinderen mee te maken (kunnen) krijgen. De avond werd verzorgd door iemand van de politie die in zijn dagelijkse werk te maken krijgt met de gevolgen hiervan.
Veel aandacht (uiteraard) voor chatten en profielsites, en niet overbodig aangezien lang niet alle aanwezige ouders wist wat dat was of echt wist hoe e.e.a. werkt.
Daarmee was het sowieso al een avond waarvan ik het verstandig en goed vind als een basisschool die van tijd tot tijd organiseert. Toch kwamen er ook wel dingen aan bod die ik me niet goed gerealiseerd had. Kijk, ik voer regelmatig op een site een onjuiste geboortedatum in, als ik vind dat dat niet relevante gevraagde informatie is. Maar, dan kies ik meestal een datum die dicht in de buurt ligt van de werkelijke datum. Voor een tiener is dat niet echt een optie. Want vertellen dat je 11 bent in plaats van 12 maakt niets uit. Er zijn gewoon mensen op zoek naar kinderen. De Amerikanen noemen het Predators (roofdieren) en als je de verzameling berichten erover bij elkaar ziet dan realiseer je je pas hoe ziek een deel van de online wereld is.
Zeker het stukje van Peter R. de Vries (met de toevoeging dat dat inderdaad extra stevig gebracht werd) over een meisje dat zich door een MSN-contact had laten verleiden foto’s van zichzelf te laten maken en naar hem op te sturen en waarbij die vent uiteindelijk zelf ook voor de camera dingen uithaalde die gelukkig niet op TV getoond mogen worden zonder blokjes was walgelijk.
Het besef dat het niets uitmaakt of je zelf veel weet van hoe het medium werkt drong toen wel door. Het gaat er om dat je kinderen weten hoe het werkt, dat zij zich realiseren wat gevaarlijk is en wat niet, wanneer ze aan de bel moeten trekken, en dat dat voor hen op die leeftijd een stuk moeilijker is.
Gelukkig, was de moraal van de avond absoluut niet dat je je kinderen nou maar ver van internet weg moest houden.
En toen een van de aanwezige moeders zei dat ze dus dan maar vooral geen webcam voor haar kinderen zou aanschaffen werd ook duidelijk gemaakt dat dat niet de oplossing is en dat webcams ook voor heel leuke dingen gebruikt worden en kunnen worden.
Uiteindelijk komt het neer op een combinatie van regels, afspraken, uitleg, voorlichting en vertrouwen dat je moet opbouwen.
Niet anders dan bij afspraken rond drank, sex, uitgaan, noem maar op. Met wellicht als verschil dat er bij het gebruik van internet het voor die zieke lui die anders rond een schoolplein cirkelden een stuk eenvoudiger geworden is.
Vergeleken daarmee leek cyberpesten opeens een stuk minder ernstig. Vooral omdat het daar vaak om leeftijdsgenootjes gaat. Natuurlijk, SMS-jes met bedreigingen, foto’s op internet, nep-telefoontjes en berichten zijn niet leuk, ernstig zelfs, maar ik had daarbij toch iets meer het gevoel dat je daar dan nog wat aan kon doen.
Want die persoon die in de Peter R. de Vries-uitzending uiteindelijk ontmaskerd werd en die een cameraploeg op bezoek kreeg was uiteindelijk gewoon dom en onvoorzichtig geweest. Anders hadden ze hem nooit gevonden.
Pfff, ben ik blij dat die van mij nog net te jong zijn voor een mobiele telefoon en MSN. Kan ik nog effe aan het idee wennen dat het niet de vriendjes die ze mee naar huis nemen zijn waar ik me de meeste zorgen over moet maken.
Wees blij dat de basisschool er aandacht aan besteed heeft. Inmiddels zit onze oudste in het VO en daar wordt absoluut geen aandacht besteed aan cyberpesten. Gaan ze er van uit dat de basisschool dit wel doet? (In ons geval gelukkig wel).
We hebben inmiddels gezien hoe het (cyber)pesten in het VO aanwezig is en kunnen niet anders concluderen dat dat je er permanent aandacht aan besteden moet. Education permanente, alors!