Het rapport “De toekomst begint vandaag: 21ste-eeuwse vaardigheden in het beroepsonderwijs” van ECBO in Den Bosch, is al van afgelopen januari, maar ik was er nog niet aan toegekomen om het te lezen. Het rapport is uitgebracht vóórdat Kennisnet en SLO uitkwamen met hun bijgestelde model voor 21e eeuwse vaardigheden. Dat betekent dat de wijzigingen in dat model logischerwijs niet zijn meegenomen in het rapport
Goed, het rapport zelf dan. Dat is eigenlijk een heel uitgebreid (84 pagina’s), grondig en afgewogen stuk over enerzijds het belang van 21ste-eeuwse vaardigheden in het beroepsonderwijs, een beschrijving van wat daar onder verstaan wordt én handvatten voor mbo instellingen met betrekking tot de implementatie ervan. De uitleg bij het kopje “curriculum” op pagina 66 maakt duidelijk wat ik bedoel met afgewogen:
Sommigen vrezen dat het curriculum moet worden uitgebreid met vakken voor de 21ste-eeuwse vaardigheden. Maar dit is niet noodzakelijk. Als het erom gaat deze vaardigheden een plek te geven, kunnen opleidingen verschillende keuzes maken. Mede afhankelijk van de aandacht die de verschillende vaardigheden wellicht reeds krijgen. Het curriculum biedt mogelijkheden op minstens vijf manieren:
1) 21ste-eeuwse vaardigheden als apart vak, bijvoorbeeld een vak ondernemendheid.
2) Koppeling aan algemene vakken, zoals loopbaanbegeleiding, burgerschapsvorming, taal en rekenen. [..]
3) Een plaats voor 21ste-eeuwse vaardigheden in de beroepspraktijkvorming, bij stages en werkplekleren.
4) De kansen van non-formeel en informeel leren benutten. [..]
5) Met een ‘21ste-eeuwse bril’ het hele bestaande curriculum bekijken en zoeken naar aanknopingspunten en logische verbindingen. [..]
(nadruk door mij aangebracht, manieren in aantal gevallen ingekort, zie het rapport voor de volledige uitleg)
Niet één optie of juiste aanpak dus, meerdere wegen naar Rome.
Natuurlijk, er zijn ook onderdelen in het rapport waar wat meer vraagtekens bij te plaatsen zijn. Zoals bij de afbeelding met de samenhang tussen de verschillende vaardigheden die op pagina 49 te vinden is (zie ook de afbeelding hiernaast). Natuurlijk, als alles met alles in verband staat dan is het nut van zo’n plaatje ook nul, maar nu mis ik toch een paar verbanden, bv tussen creativiteit en communicatie. En waarom zijn de instrumentele vaardigheden alleen van belang voor mediawijsheid en informatievaardigheden?
Dat zal waarschijnlijk te maken hebben met de nogal smalle uitleg ervan in het rapport (zie pag. 32):
Instrumentele vaardigheden worden ook wel ict-basiskennis of knoppenvaardigheid genoemd. Het gaat om het kennen van basisbegrippen en -functies van computers, netwerkomgeving en software, deze kunnen aansluiten of installeren, en het gebruiken van standaardsoftware. Omgang met e-mail, internetpagina’s en mobiele apparaten behoort er eveneens toe.
Juist in het mbo-onderwijs kan ik me voorstellen dat ook de ontwerpsoftware voor 3D-ontwerpen hier toe behoort of dat programmeervaardigheden (of het nu voor embedded systemen, elektronica of apps en applicaties is) hier onderdeel van uitmaken. En hoewel 3D-printen een paar keer wordt genoemd, is dat nou juist pas een laatste stap van een ontwerpproces. Programmeren kom ik helemaal niet tegen in de uitwerking. En dat is raar want de inleiding over digitale vaardigheden lijkt dat wél te suggereren.
Op dat gebied laat de grondigheid dus nog wel wat te wensen over. Of, zo zou je ook kunnen stellen, is er nog werk aan de winkel voor wat betreft de verdere uitwerking en invulling ervan door en met de mbo-scholen.