Het liefste zou ik nooit metadata hoeven in te voeren. Maar zolang computers zo dom blijven als dat ze nu zijn, zal dat er nog wel niet van komen.
Wat er wél veel meer aandacht zou moeten krijgen is het voorkomen van het invoeren van overbodige informatie. D.w.z. informatie die een computer zelf kan afleiden uit het bestand dat ik toevoeg. Bijvoorbeeld omdat ik die informatie als een eerder heb ingevoerd of omdat het gewoon ’technische’ informatie is.
En daar is al veel meer mogelijk dan we op dit moment gebruiken. In deel 1 kijk ik naar EXIF als bron van informatie over foto’s.
Een bekend voorbeeld, waar je waarschijnlijk niet eens bij stil staat is de metadata-ondersteuning in Windows XP.
(Disclaimer: andere besturingssystemen zullen dit ongetwijfeld ook en waarschijnlijk beter kunnen. Het gaat me nu even om het laten zien van de eenvoud ervan.)
Neem bijvoorbeeld deze map met foto’s
Zonder dat ik wat heb moeten doen weet Windows XP al heel veel over die foto’s en de manier waarop ze gemaakt zijn. Zo zie je dat er aangegeven wordt wanneer de afbeelding gemaakt is en wat de afmetingen zijn. Dit is maar ten dele informatie die Windows zelf kan ‘berekenen’ (met de afmetingen zou dat kunnen). Je kunt namelijk ook zien dat ik de foto’s (de originele) allemaal op hetzelfde moment van het fototoestel naar de harde schijf gekopieerd heb: op 26-6-2004 om 13:26 uur.
Klik je met de rechtermuisknop op de afbeelding en vraag je de eigenschappen op, dan kun je nog veel meer informatie van de foto krijgen:
Je ziet dat Windows me zelfs weet te vertellen met welk toestel ik de foto’s gemaakt heb.
Waar haalt Windows dan die informatie over de foto vandaan? Simpel: uit het foto-bestand zelf. Mijn fototoestel slaat namelijk, net als veel andere toestellen, metadata op bij de afbeelingen. Dit gebeurt in het EXIF-formaat (Exchangeable Image File Format).
Windows XP kan die informatie niet alleen lezen, maar ook wijzigen. Stel, ik wil bij alle foto’s in de map aangeven dat ze over de CETIS Codebash van een tijd geleden (dit waren foto’s van die in 2004) gaan en dat ik de maker ervan ben. Ik kan dan gewoon alle bestanden in de map selecteren en weer ‘eigenschappen’ kiezen.
Ik kan dan in één keer de titel, omschrijving en auteur aanpassen. Deze informatie wordt dan niet in een eigen Microsoft-formaat opgeslagen, maar ook netjes als EXIF-info.
De EXIF-informatie is ook toegankelijk in programma’s als Picasa of online fotoalbums als Coppermine en natuurlijk Flickr.
EXIF-metadata in Flickr
EXIF-metadata in Picasa
Wensen Eisen voor ELO’s, repositories en aanverwante producten
Het zal duidelijk zijn dat het ondersteunen van EXIF-metadata absoluut voordelen heeft. Het zou dan ook niet meer noodzakelijk moeten hoeven te zijn dat ik de informatie die op die manier beschikbaar is nog handmatig moet invoeren als ik een foto toevoeg aan een ELO, een contentrepository of andere gelijksoortige producten.
Natuurlijk, veel van de beschikbare informatie zal ik nooit nodig hebben, maar de technische informatie zoals die bijvoorbeeld in de LOM beschreven wordt, zoals mime-type, afmetingen, maar ook een eventueel eerder toegevoegde auteur, omschrijving of titel, zouden zeker meegenomen moeten worden. Is die EXIF-informatie niet aanwezig, dan moet ik het uiteraard wél zelf nog invoeren, maar ook dan zou de informatie niet alleen in de database van de ELO opgeslagen moeten worden, maar ook als EXIF-informatie in de afbeelding.
Vervolg
In deel 2 over metadata die ik nooit meer wil hoeven invoeren kijk ik naar de informatie die voor /over videobestanden beschikbaar is zonder mijn tussenkomst.