“Technological solutions alone will not be enough to prevent children using the internet to cheat in their coursework, a government adviser has said.
Professor Jean Underwood of Nottingham Trent University says it is up to teachers and parents to show that plagiarism is inappropriate”(bron)
Ik had de titel niet tussen haakjes hoeven te zetten, het is namelijk niet alleen een vertaling van een uitspraak van Professor Jean Underwood, maar ook iets waar ik zelf van overtuigd ben.
De discussie over plagiaat in het hoger onderwijs loopt al heel lang. Zoeken op Google op de combinatie “plagiaat onderwijs” levert op dit moment bijna 40.000 hits op. Zie bijvoorbeeld dit overzicht van berichten op de edusite. Ook mijn werkgever kiest voor de technische oplossing en ziet ICT als oplossing daarvoor. Op de digitale didactiek-website ligt de focus eveneens op ’technische’ maatregelen.
Wat ik goed vind aan het bericht bij de BBC is dat het niet, zoals je met de software-oplossing wél doet, de verantwoordelijkheid bij één groep (de studenten) legt. Ook de docenten (zorgen voor opdrachten die niet uitnodigen tot plagiaat), de opleiding (die docent moet daar dan ook de ruimte voor hebben) en de ouders (hoort bij de waarden en normen die je bijbrengt tijdens de opvoeding) spelen hun rol in dat geheel.
Nu zijn er mensen die zeggen dat je toch beide kunt doen: software invoeren en gebruiken én werken aan een meer structurele oplossing.
Ik ben tegen het gebruik van dit soort software omdat het een snelle fix lijkt te zijn waardoor de noodzaak van het werken aan de meer structurere oplossing weg valt. En je stuurt twee zo vreselijk verschillende signalen de wereld in dat geen student dat gaat geloven.
Het is een sociaal probleem en dit vereist dus een sociale oplossing. Op de een of andere manier moet men "goed gedrag" meer voordeel laten opleveren dan "slecht gedrag".
Technologie kan hier bij helpen maar men moet hier wel voorzichtig in zijn: Meestal zijn de opdrachten zo geschreven dat er maar zeer beperkte mogelijkheid voor antwoorden bestaat (dit om het nakijken te vereenvoudigen) waardoor alle goede antwoorden vanzelfsprekend erg op elkaar gaan lijken, waardoor slecht de meest onzinnige vormen van plagiaat (copy/paste) kan worden ontdekt.
Iemands anders zijn ideeën gebruiken zonder dit te vermelden is ook een vorm van plagiaat, maar is veel moeilijker te ontdekken. Automaten zijn daar niet toe in staat.
Wel merk ik op dat de docent hierbij een voorbeeld functie vervult: Als deze eerlijk is dan zullen de studenten dit overnemen. Elke docent krijgt wel eens een vraag van zijn studenten waar hij het antwoord niet direct op weet, hoeveel docenten zeggen dan eerlijk "Ik weet het niet, ik zoek het op en kom er de volgende keer op terug"? Er zijn docenten die de neiging hebben om een onzin verhaal te lanceren waardoor ze de indruk wekken dat ze het antwoord geven maar dat de studenten niet slim genoeg is om het te begrijpen. Welke les zouden de studenten hier uittrekken?
Ook ik kijk met gemengde gevoelens tegen deze ontwikkelingen aan.
We leven echter in een maatschappij waarin bepaalde groepen alle kansen pakt die ze krijgt, legaal of illegaal.
Misschien gaat de vergelijking met door rood rijden in het verkeer of zwart rijden in het openbaar vervoer niet helemaal op, maar op het moment dat de pakkans minimaal is dan is er toch een grote groep die daar dankbaar gebruik van maakt.
Ik ben het met je eens dat invoering van antiplagiaatsoftware tot gevolg kan hebben dat men denkt het probleem opgelost te hebben, maar ik vrees dat we in de huidige tijd toch niet zonder kunnen.
Als ik kijk naar mijn eigen opleiding dan is plagiaat echt niet iets nieuws. Op de middelbare school wisten we van elkaar in de klas wie spullen ‘bij elkaar jatte’. Goede docenten pikten die leerlingen eruit, omdat het taalgebruik erg afwijkt van de rest van de klas, er overduidelijk geknipt en geplakt is, etc.
Leerlingen/ studenten van nu hebben beschikking over meer en vooral ook betere bronnen. Ze zijn slimmer geworden met het stelen van andermans spullen. Er zal altijd een groep mensen zijn die graag gebruik maakt van andermans spullen. Liever lui dan moe. (of ze vertrouwen niet op hun eigen capaciteiten, of zijn bang om het slecht te doen, noem maar op).
Uiteraard, ouders moeten hun kinderen opvoeden en er op hameren dat plagiaat net zo erg is als stelen uit de winkel. Docenten moeten dit ook als een zeer belangrijk onderdeel van de lessen behandelen. Maar ja, als de leerlingen/ studenten steeds geslepener worden in het plagiaat plegen? Hoe herkent een docent dan nog of iets door de leerling / student zelf is geschreven?
Kijkend naar het middelbaar onderwijs hebben docenten allicht nog een idee van het niveau van een leerling. Dan kun je als docent nog een inschatting maken of het taalgebruik past bij de leerling. Maar hoe moet dat dan met al die ‘anonieme’ studenten op de Hogeschool of de universiteit?
Vooral voor die laatste groep zie ik de toegevoegde waarde van software die kan detecteren of er veel letterlijk over is genomen van internet. En dat zal werken totdat de studenten doorkrijgen dat ze iets meer moeten bewerken, zodat de software het niet meer detecteert.
Het is een mooi ideaal om te denken dat door sociale druk dit probleem is op te lossen. Maar volgens mij wordt er zolang er onderwijs wordt gegeven, gespiekt, afgekeken, formules op rekenmachines geschreven, teksten overgeschreven,…. Het enige dat je er aan kunt doen is zoveel mogelijk werk van maken degenen die zich er schuldig aan maken te pakken. En als gebruik van software de pakkans kan verhogen, waarom dan niet gebruiken?
"Het is een mooi ideaal om te denken dat door sociale druk dit probleem is op te lossen. Maar volgens mij wordt er zolang er onderwijs wordt gegeven, gespiekt, afgekeken, formules op rekenmachines geschreven, teksten overgeschreven,…."
Zou dit wellicht aan de structuur van het onderwijs en de methode van het testen/onderzoeken kunnen liggen?
@Gideon: als leerling wist ik precies bij welke leraren je gerust KON spieken of werkstukken van anderen KON inleveren. Ik denk dat leraren een zeer grote invloed hebben op het plegen van plagiaat. Sommige leraren gebruikten steeds eenzelfde set vragen voor proefwerken, bijvoorbeeld. Of gaven elk jaar dezelfde onderwerpen voor scripties. Dan wordt het wel gemakkelijk een scriptie van je oudere broer of zus in te leveren.