Toen ik vorig jaar schreef over de vergelijking die Wilfred Rubens maakte tussen docenten en de bewoners van het Honderbunderbos leverde me dat een stroom bezoekers uit Japan op.
Wat er gaat gebeuren als ik schrijf over zijn column met daarin Urbanus, Rita Verdonk en een verzameling fruit? We zullen het zien.
Ik heb het over Wilfreds column voor de Edusite van (schaam, schaam) al weer bijna een maand geleden. Ik snap niet dat die er tussen door geglipt is, maar wellicht heeft dat te maken met het feit dat ik blijkbaar nogal heftig reageer op de gemiddelde column op de Edusite.
Net als bij het Pooh-verhaal bespreekt Wilfred de manier waarop (in dit geval) critici van “het nieuwe leren” zich gedragen aan de hand van een aantal typeringen. Ik hou wel van dat soort vergelijkingen en beeldspraak omdat het heel verhelderend is. Al neem ik aan dat Wilfred voor de derde vergelijking ook graag een persoon gehad had. “appels en peren” steekt toch wat schril af tegen “Rita Verdonk” en “Urbanus VIII”.
Gelukkig ben ik het toch niet helemaal met hem eens, het blijft tenslotte een column. Op het einde schrijft Wilfred:
“Waarom vind ik bijvoorbeeld “technology enhanced learning” zo boeiend? Niet omdat ik zo dol ben op technologie, maar omdat ik er van overtuigd ben – onder meer dankzij onderzoek – dat het niet werkt als je de “net generation” in een klas van dertig stopt met de opdracht meer dan veertig minuten te luisteren naar een monoloog die hen geen bal interesseert.Of je nu nadenkt over je favoriete docent of dat je onderwijsonderzoek en maatschappelijke ontwikkelingen bestudeert: je komt eerder bij principes van “het nieuwe leren” uit dan bij de klassieke theorieën over kennisoverdracht.”
(bron)
Ten eerste: ook bij onze generatie werkte het niet als je ons met dertigen in een klas stopte om te luisteren naar een monoloog die niemand een bal interesseerd. Dus dat is nu niet anders dan vroeger.
En mijn favoriete docent? Die schreef linkboven en rechtonder op het grote bord een wiskundige formule en was toen 45 minuten bezig om op basis van de wiskunde die wij al gehad hadden de ene vergelijking af te leiden uit de andere. Aan het einde van het verhaal stond het hele bord vol en zat ik met open mond nog steeds te luisteren. Niets voor jou zul je zeggen? Kan ik me voorstellen, maar leerstijlen zijn nou eenmaal niet voor iedereen gelijk.
Iets wat men twintig jaar geleden al deed wordt nu vaak “klassiek” en daarmee impliciet “achterhaald” genoemd. En dat terwijl die docente Nederlands van Wilfred het nu gegarandeerd ook nog goed zou aanpakken. Is dat dan ook “nieuwe leren” of is het een “ouderwets degelijke docente”?
Ik heb inderdaad lang nagedacht over een alternatief voor "appels en peren". Suggesties?