SCORM voor dummies

Michel heeft naar aanleiding van de discussie tussen Peter en mijzelf behoefte aan meer uitleg over SCORM:

“Waar ik voor zou willen pleiten is een vertaling van deze hele wereld van Reusable Learning Objects, SCO’s, SCORM, simple sequensing, learning design en wat nog naar een voor de gewone docent begrijpelijk niveau.”

(bron)

Voordat ik in ga op de vraag of dat een terecht verzoek is, wil ik kwijt dat

“Mogelijk is er al het een en ander op dit gebied, ik heb er nog niet echt naar gezocht.”

(bron)

een opmerking is die een student, als hij dat zou toevoegen aan zijn vraag, de deur gewezen zou worden met de opmerking dan eerst maar eens te gaan zoeken.

Ik weet dat dat heel onvriendelijk klinkt, maar de vragen die Michel stelt zijn vragen die, op één na, nauwelijks in een paar woorden toe te lichten zijn als je uitgaat van die échte beginner. Dan zou je antwoorden krijgen als:
* In wat voor opzichten verschilt een “gewone” educatieve website van een die opgebouwd is als Reusable learning object?
de ene is niet als zelfstandig herbruikbaar object beschikbaar, de andere wel.
* Wat voor extra mogelijkheden biedt het gebruik van een SCORM-player en wat zijn de beperkingen?
extra: tracking en tracing, beperking: gaat uit van situaties met één gebruiker
* Wat kan ik wel en wat niet met simple sequensing?
wel: sequenties van leeractiviteiten beschrijven, niet: situaties met meerdere gebruikers (bijvoorbeeld groepsopdrachten) beschrijven
* Wat heb ik aan tracking en tracing en zijn er al systemen die dit ondersteunen?
je weet waar een student gebleven is, Natschool ondersteunt dit al een tijdje.
* Wanneer komt ‘learning design’ in beeld?
als je samenhang tussen leeractiviteiten wilt beschrijven en ook in staat wilt zijn om situaties met meerdere gebruikers te beschrijven

Ik weet niet of dat Michel verder helpt. Ik ben er zelf ook nog niet helemaal uit welk van de onderstaande uitspraken waar is:
Iemand uitleggen hoe SCORM werkt is als het uitleggen hoe je
a) een vliegtuigticket koopt.
b) een vliegtuig bestuurt.
c) een vliegtuig bouwt.
d) een raket voor een reis naar de maan bouwt.

Het is namelijk bepalend voor de voorkennis en het niveau van begrip dat je mag veronderstellen, maar ook voor de omvang van de doelgroep. Zou een ‘gewone docent’ mijn doelgroep zijn als het antwoord b) of hoger is? En als dat zo is, heeft het dan wel nut om het op ‘dummy’-niveau uit te proberen te leggen?

Overigens, de uitleg in de wiki is nog niet erg compleet, de links onder aan de pagina zijn echter wel een startmogelijkheid.