Toch nog even een “deel 2” voor het bericht van gisteren over het eBook waar je zelf aan door kunt werken.
Één optie is om de bronbestanden van github te downloaden (als ZIP) en die dan lokaal verder te bewerken in RStudio. Maar eigenlijk is dat “jammer” want dan snij je jouw bijdragen af van het werk dat (in dit geval) de UvA al gedaan heeft.
Een “betere” (geavanceerdere) optie is om in github een zogeheten “fork” te maken van de bronbestanden. Als je zelf een account hebt op github en naar de bronbestanden gaat dan zie je bovenin de pagina ook de optie “Fork” (zie afbeelding hieronder).
Op het moment van schrijven van deze post staat daar het getal “1”, die aangeeft dat er 1 Fork van deze repository gemaakt is. Door mij. Als je op de 1 klikt dan zie je dat ook en dan kun je ook doorklikken naar mijn kopie van de repository.
In RStudio heb ik mijn github login informatie ingevuld (dat is niet handig om helemaal in deze blogpost uit te leggen, het gaat even over het concept) en in plaats van een nieuw leeg project of een project op basis van de gedownloade bestanden, heb ik een project aangemaakt op basis van mijn kopie van de repository op github.
Ik heb toen een uitbreiding gedaan aan het onderdeel over “Mobile and Tablet Devices” en daar de suggestie voor het maken van een digitaal fotoboek toegevoegd.
Die wijziging kon ik toen, vanuit RStudio, doorsturen naar mijn eigen online repository (zie afbeelding hierboven). Zo konden anderen dat daar zien, heb ik een mogelijkheid tot versiebeheer, kortom, handig.
Maar ik ben een stap verder gegaan: ik heb een pull-request gedaan voor de originele repository.
Dat is redelijk simpel, github “ziet” dat mijn versie van het bronbestand een aantal nieuwe regels bevat, elke repository heeft een tabblad waarin zulke pull-requests worden opgenomen, ik type een stukje toelichting en de eigenaar van de oorspronkelijke repository (Sharon Klinkenberg in dit geval) krijgt een seintje dat iemand anders wat wil wijzigingen aan zijn bronbestanden. Hij kan dan meteen zien wát ik wil wijzigen. Hij kan dat ook even controleren. In dit geval had ik (in mijn enthousiasme en haast) de code voor het toevoegen van een hyperlink net verkeerd om gezet, kan dat aanpassen en dan besluiten (als hij dat wil) om die wijzigingen in zijn bronbestanden op te nemen. Dat hoeft niet, kan wel.
Zo kun je dus één basisdocument starten en wie maar wil kan daar aan bijdragen. Hoef je niet apart accounts voor aan te maken, hoef je niemand vooraf toestemming voor te geven. Maar uiteindelijk besluit jij of je die bijdragen opneemt in jouw origineel. Dat gebeurt met programmacode, maar kan dus ook met RMarkdown documenten.
@pmarijn1 @ShKlinkenberg @Fleur_Uni @vanPopta @UvA_Amsterdam @github Zo dus samengevat: https://t.co/7yCVGt7dDm
(sa… https://t.co/WNi8Q4RG8t
Online (en offline) eBook “Interactive Teaching Techniques” waar je *samen* aan door kunt werken https://t.co/lrWnm0HIrI