Ik luister niet zo heel vaak naar podcasts, maar een tweet van Astrid Poot zorgde ervoor dat ik vandaag tijdens het werken tóch kennis maakte met “Lekker samen kletsen“. Aflevering 9, als heb ik 8 (waarvan Astrid dacht dat het 7 was) ook geluisterd want Soundcloud speelt gewoon door als je niet op stop klikt.
Waarom kwam ik bij de podcast? Nou, vanwege de vraag van Astrid in haar tweet “kun je praten over maken zonder te maken? kun je expert zijn zonder ervaring?” Het lijkt een open deur waar het antwoord dan op zou zijn “nee, natuurlijk niet!”. Maar het ligt wat mij betreft toch wat genuanceerder, en Peet Sneekes (de andere stem die je in de podcast hoort) probeert dat ook in de podcast wel voorzichtig aan te stippen.
En even voor de 100% duidelijkheid: dit is geen zure blogpost. Ik ben het niet 100% met Astrid eens en ga dat in tekst (getypte woorden) proberen onder woorden te brengen als onderdeel van het gesprek dat je over dingen kunt hebben waarbij je het niet 100% met elkaar eens bent. 🙂
Kijk, maakonderwijs, maken, maker education, is van nature een tastbaar ding. Dus logisch dat je dan zou zeggen “dat moet je dóen om te kunnen waarderen”. Maar het is wat mij betreft wat minder zwart/wit. Vroeger, toen ik nog naar Nederlands voetbal op de tv keek, kreeg ik van mijn kinderen wel eens commentaar als ik mijn beurt commentaar gaf op het spel van het Nederlands elftal. Ik kon het immers ook niet beter, sterker nog, mij laten voetballen levert waarschijnlijk meer kwetsuur op dan een paar buitenspeelbenen. Mag ik er dan geen mening over hebben? Of omgekeerd: als ik wél voetbal, ben ik dan automatisch beter in staat om er een mening over te hebben?
Terug naar maakonderwijs: ik heb van tijd tot tijd verschillende petten op: ik ben een geek die het leuk vind om dingen uit te proberen (vaker met software dan met “spullen” moet kunnen hoop ik), ik ben ouder van twee tieners (en ben het helemaal met Astrid eens als het gaat over de rol van ouders op dit gebied, los daarvan: het is gewoon leuk!) en ik ben onderzoeker bij een kenniscentrum. Mijn ervaringen op de ene plek, helpen mij op de andere plek. Als onderzoeker wordt ik geacht ook “in de boeken” te duiken (er zijn best al veel boeken die relevant zijn voor maakonderwijs hoor!), tijd om zelf dingen te maken is er in die rol niet altijd. Geeft ook niet, want op zo’n moment wil ik vooral ook zien wat anderen doen, wat leerlingen doen, wat collega’s doen, niet altijd is het dan handig om “samen” te klooien. Dat doe ik dan wel weer op andere momenten, thuis, met de kinderen bijvoorbeeld.
Het er bij halen van theorie is daarnaast ook belangrijk. Want daaruit kun je namelijk leren wat anderen ook al verzonnen hebben en wat toen wel of juist niet werkte. Dan hoeven we niet steeds opnieuw het wiel uit te vinden.
Dus ik denk dat het gelukkig niet zo’n harde scheiding is. Een “expert” die heel stellig is in dingen op dit gebied mag van mij ook wel met stellige onderbouwing komen (ik zal niet zeggen “bewijzen”). De opmerkingen “ja, want ik ben docent” of “ja, want ik werk in de praktijk” is dan voor mij daarbij ook niet genoeg om me te overtuigen. Dus een “super praktische expert” zoals het in de podcast genoemd wordt is voor mij ook een verzinsel. Er wordt gesteld “Kun je denken over de realiteit, zonder in de realiteit te zijn” en anders dan Astrid en Peet denk ik dat dat wél kan. Ik zou mijn werk heel erg saai vinden als dat het enige was wat ik zou mogen doen (en niet alleen als het over maakonderwijs gaat), maar dat is wat anders. 🙂