Antwoord van Minister op Kamervragen over inkoop online onderwijs

Soms komen er dingen in Feedly voorbij waarvan ik me achteraf afvraag waarom ik daar een half uur mee bezig ben geweest. Zo ook het bericht dat Minister Bussemaker van OCW vandaag een antwoord gestuurd heeft op de vragen van het Kamerlid Duisenberg van de VVD over een bericht getiteld “The age of mooc: gratis online toponderwijs wordt door bedrijven én universiteiten ingekocht” dat op 27 maart 2015 in het FD gestaan zou hebben.

Ik ging natuurlijk eerst op zoek naar het betreffende artikel. Online vond ik deze pagina. De link naar de PDF daar kan ik niet volgen, ik ging er eigenlijk vanuit dat er nog meer in het artikel zou staan, maar via LexisNexis Academic, waar ik via mijn werkgever toegang toe heb, kon ik zoeken in het FD en meer is er niet. Er wordt verwezen naar twee andere artikelen, respectievelijk getiteld “Samenspel” en “Privéles”, daar kan ik niet naar linken, die vond ik wél in LexisNexis, niet vrij toegankelijk op de site.

De brief is hier te downloaden: beantwoording-kamervragen-over-inkoop-online-onderwijs (PDF, 155 kB)

De vragen én antwoorden zijn eigenlijk geruststellend saai. D.w.z. de minister heeft eerder al een duidelijk beeld over MOOCs geformuleerd en er is nog niet echt iets gewijzigd: ja, onderwijsinstellingen kunnen MOOCs inzetten in hun onderwijs, mits daarbij de kwaliteit niet in het geding komt. Certificaten verdiend in een MOOC hebben geen officiële status  maar geven “wel uitdrukking aan de ontwikkeling die de student heeft doorgemaakt” en daarmee ook van waarde zijn voor bijvoorbeeld werkgevers.
Als het gaat om belemmeringen bij het implementeren van MOOCs in het reguliere onderwijs dan wil de minister (logisch) de signalen van het onderwijsveld afwachten en dan met hen in gesprek daarover.
Betekent natuurlijk niet dat er helemaal geen belemmeringen zijn: zomaar onderwijs vervangen door een online MOOC levert vragen op qua contacttijd en het is natuurlijk toch ook nog even zoeken naar de juiste criteria voor het bepalen of een MOOC die een student gevolgd heeft en zou willen inzetten als onderdeel van zijn/haar studie ook daadwerkelijk door die student gevolgd is, aan de maat is etc.
Maar daar waren de vragen niet concreet en specifiek genoeg voor vrees ik.