Dit weekend schreven ook Frank-ly en Breuls.log over de weblogs bij INHOLLAND. Frank-ly ging op zoek naar weblogs van studenten en ook hier verbazing over het halslachtige karakter van het op zich te waarderen initiatief.
Vorige week heb ik, mede ook naar aanleiding van de door Sybilla geïntroduceerde term ‘promoblogs‘ een mailtje gestuurd naar INHOLLAND met een aantal vragen.
In mijn eerste mail verwees ik nog niet meteen naar het bericht hier omdat ik natuurlijk wel graag een reactie wilde ontvangen. Het kritische bericht leek met niet de beste binnenkomer. Dus hield ik me wat betreft het doel een beetje op de vlakte:
“Ik kwam onlangs toevallig bij de website van INHOLLAND terecht en dan met name bij het onderdeel “weblogs”. De “s om het begrip geven eigenlijk al meteen aan wat voor mij het meest opvallende aan de site was: waarom noemen jullie dit weblogs? Geen syndicatiemogelijkheden (lees: geen RSS), geen reactiemogelijkheden, het geheel heel correct opgezet en vormgegeven als een echte PR-site én een ‘webredactie’ waar je moet aanmelden? De enige gedeeltelijke overeenkomst die ik met een weblog kon ontdekken is het feit dat boven de berichten een datum staat, maar dat hebben de berichten op veel sites.Omdat ik graag zicht wil hebben op het gebruik van deze vorm van communicatie, heb ik een aantal vragen waarvan ik hoop dat jullie daar antwoord op willen/kunnen geven:
* worden de berichten door een redactie geschreven/besproken/goedgekeurd worden voordat ze online komen?
* stellen jullie nog andere eisen aan studenten dan het bij INHOLLAND studeren?
* bestaan deze studenten echt?
* krijgen jullie veel reacties op de weblogs en zijn die (overwegend) positief?en eigenlijk ook mijn initiële vraag: waarom hebben jullie besloten om dit ‘weblogs’ te noemen?
Alvast bedankt voor jullie reactie.”
Het antwoord was kort en to the point:
“Beste Pierre,
Waarom wil je dit allemaal weten?”
Goed, dan toch maar meer uitleg geven:
“Omdat ik, na een eerste tamelijk negatieve reactie op wat ik zag (zie dit bericht), door de reactie van een bezoeker (Sybilla) nieuwsgierig werd door de door haar geïntroduceerde term “promoblogs”. Daarom wilde ik beter weten hoe en waarom jullie dit zo aanpakken. Zodat ik daar een meer afgewogen en wellicht ook genuanceerder beeld van krijg.Nou kan ik me voorstellen dat je na het lezen van het eerste bericht denkt dat ik alleen op zoek ben naar meer redenen om er heel kritisch over te schrijven. En dat je er daarom liever niets meer over verteld dan ik van de buitenkant kan zien. Daar kan ik me iets bij voorstellen. Ik kan ook niet bij voorbaat garanderen dat ik na de extra informatie wél enthousiast over het concept wordt. Maar dan ben ik er wel beter over geïnformeerd dan nu.”
Dat leverde me wél een antwoord op:
“Beste Pierre,Vooropgesteld: je kunt schrijven wat je wilt.
Voor jouw informatie: de studenten zijn echt, schrijven zelf hun weblog en wij voeren daarover geen redactie. Het enige wat we doen is een ‘ethische’check: geen discrimatie, racisme etc.
En nu ben ik heel benieuwd naar jouw definitie van ‘weblogs’?”
Kijk, dat plaatst dingen voor mij meteen al in een ander licht. Tot dat moment had ik het ook voor mogelijk gehouden dat de studenten niet echt waren. En ik ga er vooralsnog ook gewoon van uit dat INHOLLAND geen onjuist informatie in haar mails naar buiten zet.
Natuurlijk wilde ik wel uitleggen wat ik dan wél een weblog vind:
“Zoals ik in het bericht op mijn weblog schreef: de definitie zoals wikipedia die bijvoorbeeld hanteert is ruim:
“Een weblog, of ook wel blog, is een website die regelmatig – soms meerdere keren per dag – vernieuwd wordt en waarop de geboden informatie in chronologische volgorde (op datum) wordt weergegeven.” (http://nl.wikipedia.org/wiki/Weblog)In het algemeen zijn er een aantal zaken die toch minimaal verwacht worden.
Zaken die ik zelf daarbij noem (zie ook deze presentatie ) zijn de mogelijkheden van syndicatie en reactie. Een weblog heeft immers niet als doel een monoloog op te zetten (zie wat dat betreft ook deze scriptie).
Syndicatie (lees: een RSS-feed) maakt het voor de bezoeker mogelijk om de informatie op het weblog te bekijken op de manier die hem/haar het beste uit komt en zorgt er ook voor dat hij/zij in staat is de weblog zonder veel moeite te volgen. Nieuwe berichten worden namelijk meteen zichtbaar in de RSS-lezer.Reactiemogelijkheden en/of track zorgen er voor dat de dialoog tussen weblog-auteur en lezers tot stand kan komen. Ik kan er dan voor kiezen om ter plekke een korte reactie achter te laten of om op mijn eigen weblog te reageren in de vorm van een nieuw bericht en dan via de trackback een link naar dat bericht bij het oorspronkelijk bericht op te laten nemen (automatisch).
Zo ontstaat een netwerk van informatie, inzichten en meningen en juist dat tilt die weblogs boven een gewone website uit. (je zult begrijpen dat ik geen trouw ben van ‘shockblogs’)Laatste probleem met jullie site is denk ik gewoon het uiterlijk: het oogt als een (deel van een) corporate site. En dus verwacht ik in ieder geval dan meteen dat de inhoud ook automatisch onder het corporate PR-beleid valt. En jullie zouden dan niet het eerste bedrijf zijn dat een ‘nep’ weblog zou starten vanuit de PR-afdeling.
Gezien wat je hieronder zegt (echte studenten, geen eindredactie etc.) zou ik zeggen: zet dan ook die laatste paar stappen en voeg in ieder geval RSS-feeds, maar eigenlijk ook gewoon reactiemogelijkheden toe.
Op korte termijn zou ik zeker een FAQ-pagina met ‘veelgestelde’ vragen maken waarin je bijvoorbeeld mijn vragen (zijn ze echt etc.) opneemt en een antwoord. Dan kan iemand natuurlijk nog sceptisch zijn over de echtheid, maar dat is dan al weer een niveau wantrouwen hoger. Ik zou er bijvoorbeeld niet meteen vanuit gaan dat jullie onwaarheden zouden schrijven in zo’n FAQ.Op die manier worden ze ook geloofwaardig als echte weblogs. Daarmee zou INHOLLAND overigens (voor zover bij mij bekend) de eerste hogeschool zijn die weblogs van studenten (en dan zonder “s er omheen) gebruikt in haar PR. Dan zou ik overigens nog steeds benieuwd zijn of potentiële studenten daar positief op reageren. Maar dat ligt meer aan het feit dat ik het belangrijk vind om het gebruik van weblogs in het onderwijs in Nederland te promoten en dus ook geïnteresseerd bent in de ervaringen van instellingen met betrekking tot het gebruik ervan.”
Helaas stokte daarna de mailwisseling. Er kwam geen vervolgmail en ook de ‘weblogs’ zien er nog net zo uit als voorheen. Ik ben dus niet in staat gebleken het kleine stukje van de blogosphere dat INHOLLAND heet een beetje beter te maken.
De korte antwoorden en het uitblijven van een échte reactie vind ik in ieder geval niet in het voordeel van InHolland spreken. Wat mij betreft een gemiste kans – ze hadden met jouw gerichte adviezen veel kunnen doen (tenzij het natuurlijk echt alleen maar ‘promoblogs’ blijken te zijn…)