De SURF Onderwijsdagen waren een mengeling van hoogtepunten en vlakke punten. Ik wil het eingelijk niet eens dieptepunten noemen, omdat het vaak wel grappig was, zelfs als het niet goed was.
Allereerst een korte terugblik op een aantal van de plenaire sessies.
Stefaan van Hooydonk
Stefaan is blijkbaar zo iemand waar je van moet houden. Er waren mensen die zijn keynote heel goed vonden (en hem zelfs voor andere gelegenheden wilden uitnodigen), ik zit wat meer in het kamp van Sybilla wat mijn mening over zijn keynote betreft.
Zwak vond ik dat werd aangekondigd dat hij de keynote in het Engels zou doen, niet omdat hij geen Nederlands sprak, maar omdat hij deze presentatie altijd in het Engels gaf en hij zich daar prettiger bij voelde. Tegenover een zaal met 600 mensen waarvan 590 Nederlanders mag je je ook als een van de keynote-sprekers wel een beetje ongemakkelijk voelen.
Dat hij mij (en met mij iedereen anders van boven de 30) meteen in de groep technology imigrant kiepte, waarbij de rest technology natives zijn viel ook al niet goed. Want dat werd keer op keer aangegrepen om te verklaren dat “wij” het niet goed doen omdat we geen natives zijn en dus technology niet begrijpen.
Link om te bewaren: http://www.heineken-university.com/
Opening van dag 2
Niet apart aangekondigd in het programma voor dag twee begon de plenaire sessie met een sprankelend optreden van een groep jonge en een groep wat minder jonge turners. Voor de minder jonge turners was het eigenlijk een beetje zielig, omdat hun jongere clubgenoten zo goed waren dat wat zij deden heel eenvoudig leek (al was dat natuurlijk niet zo).
Hier beelden ze het ‘logo’ van de onderwijsdagen van 2004 uit, al ga ik er vanuit dat die foto niet ‘echt’is.
Iedereen bij elkaar.
Staatssecretaris Mark Rutten
De staatssecretaris maakte duidelijk dat SURF of de Jaarbeurs voor volgend jaar moet investeren in een autocue. Rutten las namelijk (uiteraard) zijn verhaal voor van papier. En hoewel hij dat zeker niet slecht deed, keek hij daarbij, ook vanwege zijn lengte, veel naar beneden (waar zijn blaadje lag). In de grote zaal worden de spreker en de presentatie groot naast elkaar op een scherm geprojecteerd. En het was raar om de hele tijd naar iemand te zitten kijken die je het grootste deel van de tijd niet aankijkt.
Inhoudelijk viel zijn verhaal vooral op door de grote rol die het ministerie toekent aan de Digitale Universiteit als innovator op ICT en Onderwijs gebied. Dat is wel een beetje sneu als je dat staat te vertellen tijdens een congres van de club die liever die miljoenen gehad had die nu naar de DU gaan, en voor een publiek waarvan het merendeel bij een instelling werkt die niet bij de DU aangesloten is. Er zal wat met tanden geknarst zijn zo links en rechts. Voor het overige verstandige woorden over het feit dat we wat e-learning betreft weer met beide benen op de grond staan en dat blended learning de juiste richting is, al moeten we er wel nog een betere, Nederlandse, term voor verzinnen.
Peter Goodyear
De sessie van Peter Goodyear sprak me aan. Hij produceerde bij zijn vergelijking tussen onderwijs en architectuur een aantal mooie uitspraken, bijvoorbeeld:
The decline of the compliant learner
We gaan er nog steeds vanuit dat wij de content op een optimale manier moeten stuctureren en dat de student dat dan precies zo volgt. Daarbij ontwikkelen we learning tasks (taken), die door de student precies volgens de regels omgezet worden in learningactivities (activiteiten), die dan leiden tot de gewenste learning outcomes (resultaten/doelen). Hopen we tegen beter weten in, want studenten doen niet precies wat wij in die taken beschrijven (ze zijn niet meer compliant), maar gebruiken die taken als resources (beginpunt/bronmateriaal) voor hun acitiviteiten.
Op dezelfde manier moeten we ook kijken naar bijvoorbeeld het opzetten van communities. Je kunt, volgens Goodyear, geen communities ontwikkelen, die ontstaan. Je kunt (en moet) wél de randvoorwaarden ervoor creëren zodat ze kunnen ontstaan.
De vergelijking tussen architectuur en onderwijsontwikkeling vond ik het sterkst op de plek waar hij wees op het feit dat de architectuur er in slaagt heel veel disciplines en uitgangspunten te combineren/gebruiken, waarbij bij onderwijsontwikkeling men vaak nog erg in uitersten (zwart/wit) denkt.
— bericht is ook verschenen in OWD2004