In Nederland is het opnemen en online plaatsten van colleges een groeiende ontwikkeling. Even zo Nederlands is de discussie en controverse daar omheen. Jason Allen Day onderzocht een variant op het opnemen van live colleges. Hij hield zich de afgelopen paar jaar, als onderdeel van zijn promotie-onderzoek, bezig met het beantwoorden van de vraag of weblectures een geschikte, aanvullende werkvorm zouden kunnen zijn.
Weblectures zijn in tegenstelling tot reguliere lessen en colleges korter (15-20 minuten) en worden opgenomen in een ‘studio’ waarbij de docent, zonder studenten voor de camera een uitleg geeft vergezeld met een Powerpoint presentatie.

Het resultaat is een indrukwekkend rapport dat maar liefst 242 pagina’s omvat. De laatste 100 pagina’s zijn overigens de gebruikte vragenlijsten, data en literatuur. Indrukwekkend met name ook vanwege de nauwgezette aanpak waarmee geprobeerd wordt twee vergelijkbare situaties te creëren waarbij het enige verschil het al dan niet gebruiken van weblectures is.

Een van de conclusies: het gebruik van weblectures levert geen slechtere resultaten op. Bij de eerste test waren de resultaten van studenten mét weblectures veel beter, bij een tweede test met een grotere groep waren de verschillen minder groot.
Daarnaast werd in een deelonderzoek aangetoond dat een videobeeld + de Powerpoint wel degelijk meerwaarde heeft en tot betere resultaten leidt bij vergelijkbare groepen studenten.
En ook hier werd geconstateerd dat studenten niet wegblijven als er weblectures beschikbaar zijn.

Toch staan er nog een heleboel vragen open op dit gebied (wat mij betreft dan)
Hoe zit dit bijvoorbeeld met de opnames zoals ze van hele colleges gemaakt worden? Kunnen we daar effecten van aantonen? Hoe gaan studenten om met die langere tijdsduur in combinatie met de navigatiemogelijkheden? Hoe verhouden productiekosten/tijd van beide aanpakken zich?
Kortom, nog heel wat uit te zoeken.