IJskoude onzin

Ik zit de consumentengids te lezen (dit zal ook wel niet het enige bericht over de feburari 2005-uitgave worden), en struikelde over de vrieskasten-test. Niet zozeer over de testbeschrijving zelf, zaken als het meten van de werkelijke invriescapaciteit, het als dan niet correct zijn van de thermostaatstand, temperatuurstabiliteit etc. kun je best aan de consumentenbond over late. Het gaat om de tekst in het rood met als kopje “maatschappelijk verantwoord”. Daar worden de leveranciers gerangschikt naar de mate waarin hun assortiment zuigige apparaten bevat. In de begeleidende tekst staat: “Tot vorig jaar oktober was het extra aantrekkelijk om een energiezuinig apparaat te kopen, vanwege de energiepremie die toen gegeven werd. De afschaffing hiervan leidde tot een terugloop in de verkoop van vooral A+- en A++-apparaten, de zuinigste, maar vaak ook de duurste. Maar het is wel zo dat de hogere prijs op langere termijn wordt terugverdiend door een lagere energierekening“. En dat is voor een deel onzin. Ten eerste is de energiepremieregeling al in oktober 2003 stopgezet, niet in 2004. Maar ook het terugverdienen is zeker niet zo eenvoudig.
Even voor de duidelijkheid: ik heb een Liebherr diepvries, energiecode A++, in juni 2004 aangeschaft, dus zonder energiepremie en zonder de verwachting de meerkosten van aanschaf terug te verdienen.

Kostenverschillen
De indicatie A, B, C staan voor het energieverbruik door de diepvrieskasten. Klasse A is het zuinigst, C het minst zuinig. Binnen de klasse A heb je inmiddels ook de onderverdeling A, A+ en A++ waarbij A++ het meest zuinig is.

Voor de rekensom heb ik eerst twee Liebherr-diepvrieskasten vergeleken, in het algemeen de duurste diepvrieskasten, maar ook met het meeste aanbod in A++ kasten.
In de vergelijking: Liebherr GP 2256 Premium (A++) en de Liebherr GP 2413 Comfort (A). Volgens de Kieskeurig website kost de ene ongeveer 710 euro, terwijl de 2413 met 610 euro zo’n 100 euro in aanschaf goedkoper is. Het energieverbruik per jaar is, volgens opgave van de leverancier, voor de 2256: 171,6 kWh en voor de 2413 is dat 266,5 kWh, een verschil van 94,9 kWh per jaar.
Sinds het vrij geven van de energiemarkt lopen de kosten per kWh redelijk uiteen, maar de 17 eurocent per kWh die ik betaal is zeker niet het laagste tarief dat er te vinden is. Tegen dat bedrag is het verschil in energiekosten 16,13 euro (94,9 * 0,17) per jaar en duurt het ongeveer 6 jaar voor dat ik 100 euro in aanschaf terugverdiend heb.
Op zich dus heel aardig, want mijn Liebherr zou wel langer dan 6 jaar mee moeten gaan en na die 6 jaar ga ik dus verdienen. Zeker als je er vanuit gaat dat de energiekosten zeker niet zullen dalen.

Maar
Op de derde plaats van de scorelijst van de consumentengids staat geen Liebherr met een A-score. In de hele tabel staat maar één Liebherr. Op de derde plaats staat, met “voordelige keus” label, de Beko FDH 5700 HCA. En die kost geen 610 euro, maar slechts 400 euro! Het verschil van 310 euro in aanschaf met een dure Liebherr is een stuk moeilijker terug te verdienen. Dan duurt het, bij gelijkblijvende energieprijzen namelijk bijna 20 jaar om de extra investering terug te verdienen. Bij de andere “voordelige keus”, een Indesit die nog eens 50 euro goedkoper is, zijn dat al ruim 22 jaar.

Kortom, ook mét energiepremie kocht je een zuinige diepvries niet omdat je er geld mee kon terugverdienen. De 100 euro die de regering bijdroeg aan de meest zuinige kasten, had echter wél een groot effect op de terugverdientijd. De consumentengids moet objectieve informatie verschaffen en geen halve waarheden vertellen. Ook niet als dat “beter” is voor het milieu.